(Deel van de) Naam van de kleinere leden van de familie Anatidae (Anseriformes, onderorde Anseres). In het meervoud worden er vaak, samen met ganzen en zwanen, alle leden van de familie mee aangeduid. Het suffix 'eend' verwijst niet per definitie naar een taxonomische onderafdeling. Mannetjes worden ook wel 'woerd' genoemd, in welk geval het vrouwtje met 'eend' wordt aangeduid. Alle leden zijn hoofdzakelijk watervogel en veel soorten zoeken duikend naar voedsel. Alle hebben een relatief lange nek, stompe, afgeplatte snavels en drie tenen die door zwemvliezen met elkaar verbonden zijn. De vrouwtjes bekleden het nest meestal met dons dat ze uit hun eigen borst plukken. De jongen verlaten het nest spoedig na uitkomen (nestvlieders). Alle eenden ruien hun slag- en staartpennen simultaan en kunnen dus gedurende een periode van drie of vier weken na het broedseizoen niet vliegen. De meeste soorten hebben een duidelijke sexuele dimorfie, waarbij de mannetjes een kleurig verenkleed hebben. Gedurende de ruiperiode hebben ze echter een kleed dat op dat van de vrouwtjes lijkt (eclipskleed). De Wilde Eend Anas platyrhynchos is gedomesticeerd en van deze eend bestaan allerlei variaties in kleur en vorm. Tot de subfamilie Anatinae behoort het tribus Tadornini (onder andere de bergeenden) en het tribus Cairini (onder andere de muskuseenden). Ook de opmerkelijke dwergeenden, de kleinste Anatidae, vallen hieronder. Zie ook 'ganzen'.

Alternative forms voor eenden : Anas, Aythya, Bucephala, Clangula, eend, Histrionicus, Marmaronetta, Mergus, Netta, Oxyura, Somateria, Tadorna.