(Deel van de) Triviale naam voor de soorten in de familie Falconidae (Falconiformes, onderorde Falcones). In het meervoud wordt de term 'valken' gebruikt voor de soorten van het geslacht Falco, of voor de gehele familie. Deze kan ingedeeld worden in de subfamilies Falconinae, ofwel 'echte valken' (waaronder bijvoorbeeld de Torenvalk), Daptriinae of Caracara's en Herpetotherinae of Lachvalken. De 'echte valken' zijn kosmopolitisch. Hieronder vallen de genera Falco - niet bijzonder homogeen en in verschillende subgenera verdeeld - en drie genera met extreem kleine valken, de kleinste roofvogels ter wereld, die alleen in de tropen voorkomen. De 'typische valk' heeft donkere bovendelen en witte onderdelen. De grote valken (genus Falco) zijn betrekkelijk compact en stevig gebouwd en hebben puntige vleugels en een relatief korte staart; het zijn bijzonder goede snelle vliegers. Ze slaan hun prooi, vooral vogels, met grote snelheid in volle vlucht, of soms op de grond. Ze eten echter ook wel kleine of middelgrote zoogdieren en vliegende insecten waaronder termieten en sprinkhanen. Deze 'echte valken' bouwen geen eigen nest maar bezetten een oud nest, bijvoorbeeld van een kraai, of broeden in een ondiep kuiltje op een rotsrichel. De Slechtvalk Falco peregrinus is een bekende vertegenwoordiger en een van 's werelds meest succesvolle vogels, althans in een DDT-vrije omgeving. Deze soort komt met zo'n 17 ondersoorten over de gehele wereld voor en wordt veel in de valkerij gebruikt. De subgroep van de torenvalken is een wereldwijd verspreide groep van kleine valken, die alle de gewoonte hebben met flappende vleugelslagen in de lucht stil te staan, te bidden, terwijl ze uitkijken naar prooi. Deze bestaat voornamelijk uit kleine zoogdieren en grote insecten, die op de grond worden gevangen. Het verenkleed is kastanjebruin, roestkleurig en grijs met zwarte spikkels en strepen. Veel soorten torenvalken trekken in groepen maar broeden paarsgewijs. De boomvalken vormen een andere subgroep van kleine, langvleugelige kortstaartige valken met een kosmopolitische verspreiding. Zij vangen alle hun prooi in de lucht en leven vooral van grote insecten en kleine vogels. De bosvalken zijn meer havik- of kiekendiefachtig en hebben lange poten, lange staart en een gedeeltelijke gezichtssluier. Ze leven in dicht bos en komen alleen in tropisch Zuid-Amerika voor (neotropische verspreiding). Ze leven alle van vogels. De neotropische caracara's, die ongeveer het formaat hebben van een buizerd, hebben eveneens lange poten en lijken geheel niet op valken. Ze zijn insectivoor of omnivoor en eten vaak aas. Het zijn nogal trage vogels die veel tijd doorbrengen op een uitkijkpost of op de grond rondwandelen. Ze houden zich vaak samen met gieren bij een karkas op. In tegenstelling tot de 'echte valken' bouwen ze hun eigen nest.
Alternative forms voor valken : Boomvalk, Eleonora's Valk, Falco, Falconidae, Giervalk, Kleine Torenvalk, Lannervalk, Roodpootvalk, Sakervalk, Slechtvalk, Smelleken, Torenvalk, valk.