vliegenvangers
A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Z

(Deel van de) Triviale naam voor de meeste soorten behorend tot de subfamilie Muscicapinae, of de familie Muscicapidae en veel soorten van de familie Tyrannidae (beide Passeriformes, onderorde Oscines) en in het meervoud de term voor de subfamilie Muscicapinae. In de vorm 'tirannen' de term voor leden van de familie Tyrannidae. Vliegenvangers (Muscicapinae) worden sensu stricto beschouwd als kleine zangvogels van de Oude Wereld met een korte tarsus en brede, afgeplatte snavel met lange stijve haren aan de snavelbasis, die insecten vangen in de vlucht en vaak fourageren in dicht gebladerte. De in Europa voorkomende Bonte Vliegenvanger en zijn nauwe verwanten zijn bekende vertegenwoordigers van dit type. Veel soorten behorend tot deze subfamilie broeden echter in tropische gebieden en lijken meer op loofzangers of kleine lijsterachtigen. Hun verenkleed is vaak helder gekleurd en veel soorten vertonen sexuele dimorfie. De staart is meestal recht afgesneden maar kan ook waaiervormig zijn, zoals bij de waaierstaarten Rhipidurinae uit het Aziatische en Australaziatische gebied, of meer dan tweemaal zo lang als het eigen lichaam, zoals bij sommige mannetjes van de monarchen (Monarchinae, tegenwoordig beide in aparte familie Monarchidae). Enkele tropische vertegenwoordigers hebben karakteristieke kleurige oogringen of kleurige wratten om het oog. Vliegenvangers sensu stricto komen alleen in de Oude Wereld voor. Alle palearctische soorten overwinteren in de tropen. De tirannen (ongeveer 300 soorten, alleen in Noord- en Zuid-Amerika) lijken uiterlijk wel op de vliegenvangers van de Oude Wereld, maar verschillen onder andere door een ander stemapparaat, door het patroon van de handpennen en structuur van de tarsus. Ze zijn minder kleurig en minder vocaal.

Alternative forms voor vliegenvangers : Ficedula, Muscicapa, vliegenvanger.

flycatchers.jpg

vliegenvangers