ibis
A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Z

(Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de subfamilie Threskiornithinae, familie Threskiornithidae (Ciconiiformes, onderorde Ciconiae) en in het meervoud de term waarmee de subfamilie (ongeveer 26 soorten) wordt aangeduid. De Afrikaanse Nimmerzat Mycteria ibis, in het Engels wood-ibises genoemd, behoort tot de Ooievaarfamilie (subfamilie Mycteriinae, familie Ciconiidae). Ibissen zijn 56-76 cm lang en hebben als gemeenschappelijk kenmerk een lange, neergebogen snavel. De nek wordt in vlucht gestrekt gehouden, de lange poten met gedeeltelijk bevederde tibiae steken buiten de staart uit, de staart is kort. De tenen zijn middelmatig lang, tussen de drie voorwaarts gerichte tenen zitten zeer kleine zwemvliezen. De sexen zijn gelijk, sommige soorten hebben een kale kop, andere een ook een kale nek (maar niet in juveniel kleed). Alle soorten houden zich doorgaans nabij water op, waar ze zich voeden met kreeftachtigen, kleine vissen, reptielen, wormen, slakken en plantendelen. Ze leven meestal in kleine groepen, ze broeden in kolonies. De jongen zijn nestblijvers (bij de geboorte slecht ontwikkeld) en hebben twee opeenvolgende donskleden, evenals ooievaars. Ze komen wijd verspreid over de gehele wereld voor in de (sub)tropen. De Heilige Ibis Threskiornis aethiopicus is een bekend lid van deze familie: deze vogels werden door de oude Egyptenaren vereerd. De Zwarte Ibis is in Europa de enige inheemse soort, maar de Heilige Ibis is ingevoerd en verwilderd in Frankrijk.

Alternative forms voor ibis : ibissen, Plegadis, Threskiornis.

ibises.jpg

ibissen