(Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de subfamilie Sterninae van de familie Laridae (Charadriiformes, onderorde Lari) en in het meervoud de term waarmee alle soorten in de subfamilie worden aangeduid. Sterns lijken in veel opzichten op meeuwen (zie aldaar), maar zijn gemiddeld kleiner en slanker met lange, smalle, puntige vleugels en (diep) gevorkte staart. Vanwege deze staart werden ze vroeger ook wel zeezwaluwen genoemd. De geslachten zijn in verenkleed identiek. Ze zijn meestal wit met grijze bovendelen en, in ieder geval tijdens de broedtijd, een zwarte pet. Tijdens het fourageren wordt de puntige snavel recht naar beneden gehouden. De poten hebben zwemvliezen, hoewel de meeste soorten niet graag zwemmen. Vrijwel alle sterns eten vooral vis, die vanuit volle vlucht na een stootduik gevangen wordt. Ze komen meestal in troepen voor en broeden op de grond in vaak enorm grote kolonies. Het grootste aantal soorten komt voor in de Stille oceaan, maar ze kunnen worden aangetroffen langs de kusten van alle continenten. Sommige soorten leven echter vooral of uitsluitend in het binnenland. Soorten behorend tot het geslacht Chlidonias (3 soorten) worden wel aangeduid als moerassterns.
Alternative forms voor sterns : Chlidonias, Gelochelidon, stern, Sterna.