(Deel van de) Triviale naam voor alle soorten behorend tot de families Procellariidae ('typische' stormvogels en pijlstormvogels), Hydrobatidae (stormvogeltjes), Pelecanoididae (alkstormvogels) en Diomedeidae (albatrossen) en in het meervoud (stormvogels) de naam om de gehele orde Procellariiformes aan te duiden, samen met de pijlstormvogels (zie aldaar). De orde van de stormvogels is een eigenaardige zeevogelgroep, gekarakteriseerd door hun muskuslucht, dichte verenkleed, relatief zwakke poten met zwemvliezen en diep gegroefde snavels met duidelijke haak aan de punt van de bovensnavel en langwerpige neusbuizen, waardoor een overmaat aan zout wordt uitgescheiden. Bovendien bezitten de meeste soorten een uitstekend reukvermogen. Alle bewegen zich op het land min of meer onbeholpen voort en leven het grootste deel van het jaar pelagisch. Ze leven van klein of groot zoöplankton, koppotigen, vis en dierlijk afval. De voortplanting verloopt traag, de broedcyclus duurt lang maar de gemiddelde levensverwachting is bijzonder hoog. Bekende vertegenwoordigers zijn de albatrossen.

Alternative forms voor stormvogeltjes : albatros, albatrossen, Fulmarus, Hydrobates, Oceanites, Oceanodroma, stormvogel, stormvogels, stormvogeltje.