Wetenschappelijke naam:
Emberiza aureola Pallas, 1773
Nederlandse naam:
Wilgengors
Vogelgroep:
Gorzen
Veldkenmerken. 14 cm. Vrij kleine gors. Beide geslachten met kastanjebruine gestreepte flanken en donkere staart met weinig wit op buitenste staartpennen. Mannetje met helder gele onderdelen en bruine borstband, zwart gezicht, kastanjebruine kruin en bovendelen en vinkachtig vleugelpatroon met een brede en een smalle vleugelstreep. Vrouwtje heeft kenmerkend koppatroon met brede roomkleurige wenkbrauwstreep en kruinstreep, donkere oogstreep en snorstreep, donkere lijn rond oorstreek en lichte vlek op oorstreek; bovendelen gestreept met twee vage vleugelstrepen. Borst en buik ongestreept geel. Juveniel als vrouwtje maar met gestreepte borst.
Geluid. Roep 'tik' en 'tsrit'. Zang simpel, lijkt op Ortolaan.
Voorkomen. Vrij algemene zomergast in beperkt gebied.
Habitat. Gewoonlijk in vochtige gebieden met wilg, berk en els en welig begroeide velden.
Voedsel. Zaden en insecten, fourageert laag in vegetatie en op de grond.