Wetenschappelijke naam:
Gavia adamsii (Gray, 1859)
Nederlandse naam:
Geelsnavelduiker
Vogelgroep:
Duikers
Veldkenmerken. 75-100 cm. Grootste duiker. Heeft in broedkleed een kenmerkende geelwitte snavel die schuin omhoog wordt gehouden. Patroon op kop en nek als IJsduiker, maar met minder strepen in nekband. Witte vlekken op bovendelen schaarser en iets groter. Lijkt in winterkleed op IJsduiker, maar met bruingrijze kop en nekzijden en kenmerkende donkerder vlek op wangen. Snavel bij jonge vogels met grijsgele basis, nooit met geheel donker culmen.
Geluid. Als IJsduiker, maar harder en krassender.
Voorkomen. Broedt sporadisch in noordelijk Rusland en Siberiƫ, maar exacte gegevens ontbreken. 's Winters verder zuidelijk.
Habitat. Broedt langs de kust van de Arctische Oceaan en op grotere meren in de toendra, ten noorden van de boomgrens.
Voedsel. Voornamelijk vis.
Ei. niet van dat van IJsduiker te onderscheiden.