Tyto alba

Wetenschappelijke naam:
Tyto alba (Scopoli, 1769)

Nederlandse naam:
Kerkuil

Vogelgroep:
Uilen

Veldkenmerken. 34 cm. Een bleke uil met wit gezicht en lange poten. Bovendelen oranje-beige, onderdelen wit. Ogen donker, geen oorpluimen. Nachtelijke levenswijze, maar jaagt soms overdag. Zit rechtop, met lange X-vormige poten en grote kop. Vlucht vleermuisachtig met veel glijvluchten. De ondersoort van Noord- en Oost-Europa, T. a. guttata, heeft donkerder bovendelen en beige onderdelen. Nestelt in schuren, kerktorens, ruïnes, etcetera.

Geluid. Roep, meestal in vlucht, een angstaanjagende lange schreeuw. Volwassen en jonge vogels maken ook sissende en hijgende geluiden.

Voorkomen. Schaars in noorden, algemener in zuiden. Voornamelijk standvogel.

Habitat. Laagland, meestal bij boerderijen en dorpen. Heeft afwisselend landschap nodig met lage vegetatie, struiken en heggen.

Voedsel. Verschillende kleine zoogdieren, met name muizen en spitsmuizen. Ook vogels en, vooral grote, kevers.

%LABEL% (%SOURCE%)