Wetenschappelijke naam:
Acrocephalus dumetorum Blyth, 1849
Nederlandse naam:
Struikkarekiet
Vogelgroep:
Karekieten en rietzangers
Veldkenmerken. 12,5 cm. Lijkt veel op Kleine Karekiet, Bosrietzanger en Veldrietzanger, maar is grijzer en poten en snavel donkerder. Wenkbrauwstreep kort, alleen duidelijk aanwezig voor het oog, smal, onduidelijk en vrijwel afwezig achter oog. Donkere oogstreep duidelijkst achter oog. Vleugels korter en ronder, omdat handpennen minder ver voorbij tertials uitsteken. Zingt vaak 's nachts; zang is dan voller en uitgebreider dan overdag.
Geluid. Roep 'tsjek', 'tsik' en 'trrt'. Zang melodieus en gevarieerd, imiteert vaak. Kan verward worden met Spotvogel en vooral met Bosrietzanger, maar is meestal langzamer en welluidender.
Voorkomen. Wordt langzaamaan algemener in noordoostelijk deel van gebied. Zomergast.
Habitat. Meer in bosschages en dicht struikgewas en minder in rietgebieden dan Kleine Karekiet en Bosrietzanger. Komt ook buiten moerasgebieden voor.
Voedsel. Insecten, die in vegetatie of in lucht worden gevangen.