Wetenschappelijke naam:
Phylloscopus bonelli (Vieillot, 1819)
Nederlandse naam:
Bergfluiter
Vogelgroep:
Loofzangers
Veldkenmerken. 11 cm. Geslachten gelijk. Lijkt op Tjiftjaf, maar langer slanker uiterlijk. Kop, nek en mantel grijsgroen, stuit groen, groene randen aan slagpennen vormen onduidelijke vleugelvlek; borst grijswit, onderdelen wit. Balkanbergfluiter P. orientalis (tegenwoordig als aparte soort beschouwd) heeft grijzere bovenzijde, minder opvallende groene vleugelvlek en afwijkende roep. Kortere vleugels dan Fluiter,, heeft vrijwel geen geel op kop en borst. Oog- en wenkbrauwstrepen onduidelijk; opvallend rond, donker oog, wat indruk geeft van 'open blik'. Over het algemeen lager in bomen dan Fluiter.
Geluid. Roep 'djuwieuw' (bonelli) of 'tjip' (orientalis). Zang toonloze triller, herinnert aan zang van Fluiter, maar langzamer, zonder versnelling.
Voorkomen. Plaatselijk vrij algemene zomergast.
Habitat. Vaker in open gebergtebos dan Fluiter, zowel in naald- als loofbos. Vereist in tegenstelling tot Fluiter geen hoge bomen.
Voedsel. Ongewervelden; fourageert voornamelijk in bomen.