Phylloscopus trochiloides

Wetenschappelijke naam:
Phylloscopus trochiloides (Sundevall, 1837)

Nederlandse naam:
Grauwe Fitis

Vogelgroep:
Loofzangers

Veldkenmerken. 11 cm. Lijkt op Noordse Boszanger. Geelgroen of olijfgroen op kop en bovendelen. Slagpennen met groene of gelige randen. Onderdelen witter, soms met bleekgele waas op gezicht en zijborst; onderdelen overigens koud-grijswit. Lange en duidelijke wenkbrauwstreep van voorhoofd boven bovensnavel tot zijkant van achterhoofd, maar minder lang dan bij Noordse Boszanger. Oogstreep donker, wangen minder gevlekt, meer uniform gekleurd dan Noordse Boszanger. Lichte vleugelstreep, bij adult duidelijk in voorjaar, maar afgesleten in najaar en dan onduidelijk of afwezig. Poten gewoonlijk donker.

Geluid. Roep 'tsjie-wie', lijkt op roep van Witte Kwikstaart. Zang luid, ratelend, lijkt wat op zang van Winterkoning.

Voorkomen. Schaarse zomergast in noordoostelijk deel van gebied.

Habitat. Open bosgebieden en bosranden, met name in gemengd en loofbos met dichte ondergroei.

Voedsel. Voornamelijk insecten.

%LABEL% (%SOURCE%)