Wetenschappelijke naam:
Ficedula semitorquata (Homeyer, 1885)
Nederlandse naam:
Balkanvliegenvanger
Vogelgroep:
Vliegenvangers
Veldkenmerken. 12,5 cm. Lijkt op Bonte Vliegenvanger. Mannetje van Bonte te onderscheiden door vage witte halsband, grijze stuit en meer wit op voorhoofd, en van mannetje Bonte en Withalsvliegenvanger door meer wit (maar niet altijd) op buitenste staartveren en vleugel. Karakteristiek is de smalle witte band gevormd door de punten van de middelste dekveren; in herfst slijten deze punten echter vaak af. Vrouwtje heeft eveneens witte band op middelste dekveren; juvenielen vrijwel niet te onderscheiden.
Geluid. Roep en zang gelijk aan Withalsvliegenvanger.
Voorkomen. Schaarse zomergast in zuidoosten van het gebied.
Habitat. Open bosgebieden.
Voedsel. Insecten, op typerende vliegenvangermanier gevangen.