Wetenschappelijke naam:
Anthus petrosus (Montagu, 1798)
Nederlandse naam:
Oeverpieper
Vogelgroep:
Piepers
Veldkenmerken. 17 cm. Groter dan Graspieper en veel donkerder. Poten zeer donker, maar lijken in helder licht soms iets roze. In winterkleed donkerder dan enige andere Europese pieper, met donkere grijsbruine, gevlekte kop en bovendelen, borst en flanken; onduidelijke wenkbrauwstreep. Borst met gele, gouden of olijfkleurige zweem, zwaar gespikkeld. Onderstaart met olijfkleurige of grijze tint. Zomerkleed donker olijfgrijs, maar lichter dan winterkleed, met duidelijkere wenkbrauwstreep. Scandinavische ondersoort littoralis met blauw-grijze kop en beige of roze zweem op de borst (maar minder bont dan Waterpieper). Staart donker met grijze buitenste pennen.
Geluid. Roep 'ziet', zwaarder dan Waterpieper. Zang als Waterpieper.
Voorkomen. Algemeen in zomer langs kusten van Scandinaviƫ, Britse eilanden en noordwest Frankrijk.
Habitat. Gehele jaar langs rotsige kusten.
Voedsel. Voornamelijk ongewervelden, soms ook plantaardig materiaal.