Wetenschappelijke naam:
Amandava amandava (Linnaeus, 1758)
Nederlandse naam:
Tijgervink
Vogelgroep:
Vinken
Veldkenmerken. 9,5 cm. Zeer kleine vinkachtige. Mannetje in broedkleed karmijnrood met bruine vleugels en zwarte staart; witte vlekken op vleugels en onderdelen. Vrouwtje en mannetje in winterkleed hebben olijfbruine kop en bovendelen en bleek-beige onderdelen, maar houden karakteristieke rode snavel en stuit.
Geluid. Zang nogal korte aflopende serie hoge tonen. Roep in vlucht kort, zwak en hoog 'tiet tiet'.
Voorkomen. Ingevoerd in Portugal, Spanje en Noordoost-Italiƫ. Komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Aziƫ.
Habitat. Gebieden met hoog gras, riet, wetlands en gecultiveerde gebieden.
Voedsel. Graszaden en kleine insecten.