Wetenschappelijke naam:
Charadrius asiaticus Pallas, 1773
Nederlandse naam:
Kaspische Plevier
Vogelgroep:
Plevieren
Veldkenmerken. 22-25 cm. Groter dan Bontbekplevier. Adult mannetje heeft in broedkleed een kenmerkende roestkleurige borstband met een donkere onderrand. Kruin, achterkop, oogstreep en bovendelen grijsbruin, rest van kop wit. Lange, dunne zwarte snavel. Vrouwtje en mannetje in winterkleed saaier gekleurd met vage roestkleurige borstband. Juveniel lijkt op vrouwtje, maar heeft duidelijke bleke randjes aan veren op bovendelen.
Geluid. Roep luid scherp 'kwit'.
Voorkomen. Centraal-Aziƫ, alleen in uiterste zuidoosten van West-Palearctisch gebied.
Habitat. Broedt op open droge zoutsteppe, met hooguit wat lage struikvegetatie. Buiten het broedseizoen in uitgestrekte graslanden, open savanne en moerassen. Overwintert in Afrika.
Voedsel. Insecten en larven, soms ook plantenzaden.