Wetenschappelijke naam:
Bucephala islandica (J. F. Gmelin, 1789)
Nederlandse naam:
IJslandse Brilduiker
Vogelgroep:
Duikeenden
Veldkenmerken. 42-53 cm. Lijkt op Brilduiker, maar iets groter en zwaarder. Mannetje met halvemaanvormige witte vlek tussen oog en snavel, bolvormige, ovale kop met platte kruin. Mannetje met meer zwart op flanken dan Brilduiker en met zwarte, paarsglanzende kop; grote witte vlekken op zwarte schouders. Vrouwtje lijkt op vrouwtje Brilduiker maar is iets groter, met kortere, hogere snavel (er is echter overlap) en steiler voorhoofd.
Geluid. Meestal zwijgzaam; tijdens balts produceert mannetje grommende en klikkende geluiden.
Voorkomen. Plaatselijk vrij algemene broedvogel op IJsland.
Habitat. In broedseizoen beperkt tot meren en plassen met drijvende of opkomende vegetatie; ook bij stroomversnellingen en ander snel stromend water. Nestelt in boomholten. Begeeft zich buiten broedseizoen naar ijsvrij water.
Voedsel. Duikt naar voedsel - voornamelijk insecten en larven, schelpdieren, garnalen - tot op 3,5 m diepte.
Ei. Aanvankelijk zonder tekening, raakt soms bleekbruin gevlekt tijdens broeden. Basiskleur blauwgroen. Schaal glad, niet glanzend. Vorm subelliptisch/kort subelliptisch. Formaat 62 x 45 mm (57-65 x 42-48), gewicht 64 g (58-66). Eieren lijken op die van Brilduiker, maar minder blauwachtig.