Wetenschappelijke naam:
Calandrella rufescens (Vieillot, 1820)
Nederlandse naam:
Kleine Kortteenleeuwerik
Vogelgroep:
Leeuweriken
Veldkenmerken. 14 cm. Vaak moeilijk te onderscheiden van Kortteenleeuwerik omdat verenkleed van beide soorten variabel kan zijn. Grijzer, met geheel gestreepte middenborst, nooit met zwarte vlekken op zijborst. Kop maakt rondere indruk, wenkbrauwstreep grijzer en onopvallend en snavel kleiner. Handpennen steken buiten tertials uit, in tegenstelling tot Kortteenleeuwerik. Zelden op akkers en niet vaak in gemengde groepen.
Geluid. Roep een droog 'prrt'. Zang, in vlucht, gevarieerd en imiteert zelfs andere leeuweriken, roep vaak in zang verweven.
Voorkomen. Binnen het gebied alleen in Spanje, algemeen in geschikt biotoop.
Habitat. Bewoont droge kustvlakten, zoutmoerassen, zoutpannen.
Voedsel. Ongewervelde dieren en zaden. Fourageert op de grond.