Luscinia megarhynchos

Wetenschappelijke naam:
Luscinia megarhynchos (Brehm, 1831)

Nederlandse naam:
Nachtegaal

Vogelgroep:
Kleine lijsterachtigen

Veldkenmerken. 16,5 cm. Lijkt erg op Noordse Nachtegaal. Bovendelen donkerbruin, onderdelen lichter; borst, flanken en onderstaart uniform beige, buik wit. Witte oogring. Staart bijna zo rossig als van Gekraagde Roodstaart. Belangrijkste kenmerken ter onderscheiding van Noordse Nachtegaal zijn de effen borst en het grotere contrast tussen staart en bovendelen. Juveniel gevlekt en gestreept, als juveniele Noordse Nachtegaal. Gedrag als van Noordse Nachtegaal: blijft altijd in dekking en moeilijk te zien te krijgen. In tegenstelling tot wat de naam suggereert zingen beide soorten nachtegalen ook overdag.

Geluid. Roep 'whiet', laag 'krrrr', 'tak tak'. Zang luid, melodieus en langdurig, lijkt erg op zang van Noordse Nachtegaal, maar is wat sneller. Heeft een karakteristiek crescendo, maar geen ratelende reeksen en Grote Lijsterachtige tonen.

Voorkomen. Algemene zomergast, maar gaat plaatselijk in aantal achteruit.

Habitat. Grote variƫteit aan biotopen, zoals loofbossen, parken, oude boomgaarden, heuvels, lage gebergten, etc., zolang er maar voldoende dichte ondergroei is van bramen, brandnetels en open plekken.

Voedsel. Ongewervelden, die voornamelijk op of dichtbij de grond of in lage struiken worden gevonden. Vliegt soms op om insecten te vangen.

%LABEL% (%SOURCE%)