Wetenschappelijke naam:
Larus cachinnans Pallas, 1811
Nederlandse naam:
Geelpootmeeuw
Vogelgroep:
Meeuwen
Veldkenmerken. 55-67 cm. Lijkt sterk op Zilvermeeuw. Lang als ondersoort beschouwd, maar eigenlijk bestaat Geelpootmeeuw ook weer uit twee soorten: Geelpootmeeuw (L. michahellis) en Pontische Meeuw (L. cachinnans). Geelpootmeeuw komt voor in het Middellandse Zeegebied, langs de Atlantische kust van NW Afrika en ZW Europa en in delen van C Europa (o.a. Zwitserland). Pontische Meeuw kwam oorspronkelijk voor rond de Zwarte Zee en verder oostwaards, maar heeft zich recentelijk noordwestelijk uitgebreid tot in Duitsland. Poten vleeskleurig tot strogeel (cachinnans) of helder geel (michahellis); bovendelen lichtgrijs (ongeveer als Zilvermeeuw; cachinnans) of blauwig grijs (iets lichter dan Stormmeeuw; michahellis); snavel lang en slank in Pontische Meeuw, hoog en stomp in Geelpootmeeuw. Pontische Meeuw heeft veel wit in vleugelpunt, met name in de buitenste handpennen (meer wit dan de meeste Zilvermeeuwen); vleugelpunt in Geelpootmeeuw juist met veel zwart (meer zwart dan Zilvermeeuw). Pontische Meeuw heeft vaak opvallend dunne tibia en een plat voorhoofd; kopvorm van Geelpootmeeuw juist vaak 'vierkant'. Juveniele vogels kunnen met ervaring aan hun jizz herkend worden en tonen daarnaast vaak opvallend lichte kop en duidelijk zwart-wit getekende staart
Geluid. Geluid van Geelpootmeeuw L. michahellis lijkt sterk op Kleine Mantelmeeuw. Pontische Meeuw L. cachinnans heeft een duidelijke keelklank.
Voorkomen. Vervangt Zilvermeeuw In Middellandse en Zwarte Zeegebied. Komt in West-Europa noordelijk voor tot Noordwest-Frankrijk en Belgiƫ.
Habitat. Als Zilvermeeuw.
Voedsel. Als Zilvermeeuw.