Wetenschappelijke naam:
Aquila clanga Pallas, 1811
Nederlandse naam:
Bastaardarend
Vogelgroep:
Arenden
Veldkenmerken. 65-72 cm, spanwijdte 158-182 cm. Lijkt erg op Schreeuwarend, maar vleugels iets langer en breder. In vlucht met gestrekte vleugels en gespreide vleugelpunten; vrij korte, lichte afgeronde staart; vooruitstekende kleine kop en korte nek. Adult vrij uniform zwartbruin, behalve bleke vlek op handpenbases (kleiner dan bij Schreeuwarend) en witte vlek op bovenstaartdekveren. In onderaanzicht zijn bij karakteristieke individuen de dekveren donkerder dan de slagpennen en is er 1 halve-maanvormige vlek op de pols (twee bij Schreeuwarend). 7e handpen lang (kort bij Schreeuwarend). Bleekgele snavelbasis opvallend tegen donkere kop. Juveniel met vele grote, witachtige vlekken op bovendelen en met duidelijke witte V op bovenstaartdekveren; in vlucht met twee witte strepen op bovenvleugel.
Geluid. Roep lijkt op blaffen van een kleine hond: 'kyak-kyak-kyak'.
Voorkomen. Zeldzame broedvogel.
Habitat. Bij voorkeur laaglandbossen en lage bergbossen, meestal nabij waterrijke gebieden.
Voedsel. Een opportunistische jager en aaseter, eet kleine tot middelgrote zoogdieren en vogels, insecten en aas, ook wel reptielen en amfibieƫn. Jaagt vliegend of op de grond.
Ei. Vaak zonder tekening, soms met een paar donkerbruine vlekken of klodders, basiskleur dof wit. Schaal ruw gegranuleerd, niet glanzend. Vorm kort subelliptisch.