Wetenschappelijke naam:
Sylvia nisoria (Bechstein, 1795)
Nederlandse naam:
Sperwergrasmus
Vogelgroep:
Grasmussen
Veldkenmerken. 15 cm. Lijkt op een grote Tuinfluiter. Adult mannetje heeft witte veerranden op bovendelen, meest opvallend op dekveren, tertials en stuit. Onderdelen wit, van keel tot onderstaart donker gebandeerd. Staart vrij breed en lang, met witte buitenste pennen en witte punten. Iris geel, zodat in combinatie met gebandeerde onderzijde een Sperwerachtige indruk ontstaat. Vrouwtje vaak minder uitgesproken getekend, maar individuele variatie bij beide sexen groot. Juveniel lijkt op Tuinfluiter vanwege hoofdzakelijk grijze kleed en donker oog, maar is groter en zwaarder, heeft grijzere bovendelen en heeft witte randen aan stuitveren, aan vleugeldekveren, twee witte vleugelstrepen vormend, en zwak gebandeerde flanken. Beweegt zich zwaar en relatief traag door vegetatie. Is meestal zeer geheimzinnig en moeilijk te zien te krijgen. Vlucht recht, in tegenstelling tot meeste grasmussen.
Geluid. Roep 'tsjak' en lange ratel. Zang lijkt op die van Tuinfluiter, maar is korter en raspender.
Voorkomen. Algemene zomergast.
Habitat. Diverse habitats met dichte vegetatie, zoals, parken, bosranden, etc.
Voedsel. Ongewervelden en vruchten.