Wetenschappelijke naam:
Loxia pytyopsittacus Borkhausen, 1793
Nederlandse naam:
Grote Kruisbek
Vogelgroep:
Vinken
Veldkenmerken. 18 cm. Iets groter dan Kruisbek, maar moeilijk in het veld te herkennen. Lijkt in alle kleden op Kruisbek, met rode mannetjes en groene vrouwtjes, beide met zwarte vleugels en staart. Juveniel gestreept, als bij Kruisbek. Voornaamste verschillen zijn de grotere en zwaardere snavel, speciaal bij volwassen mannetjes. Van opzij gezien reikt punt van ondersnavel niet voorbij bovensnavel, anders dan bij Kruisbek. Ondersnavel buigt iets neerwaarts alvorens naar boven te buigen. Heeft vaak duidelijke grijze band langs flanken, maar dit is geen exclusief kenmerk. Zwijgzamer dan Kruisbek, fouragerende troepen worden vaak opgemerkt door vallende dennenkegels. Deze worden losgemaakt en daarna van de zaden ontdaan. Kruisbek eet wel zaden uit sparren- of dennenkegels, maar is blijkbaar niet sterk genoeg om ze af te knippen.
Geluid. In vlucht 'kup kup', iets lager dan Kruisbek. Zang als van Kruisbek.
Voorkomen. In het noorden vrij algemeen. Invasies komen minder voor dan bij Kruisbek.
Habitat. Naaldbossen, vaker in dennenbossen dan Kruisbek.
Voedsel. Vrijwel uitsluitend dennenzaden, soms insecten.