Wetenschappelijke naam:
Alectoris barbara (Bonnaterre, 1791)
Nederlandse naam:
Barbarijse Patrijs
Vogelgroep:
Hoenders
Veldkenmerken. 33 cm. Lijkt op afstand bleker en rossiger dan Rode Patrijs. Van dichtbij makkelijk te herkennen door brede roodbruine, wit gestippelde halsband en blauwgrijze keel, teugels en wangen. Roze tot bruinrode streep achter oog. Helderrode oogring; poten en snavel rood. Bovendelen grijsbruin met wijnrode waas; grijsblauwe schouders met roodbruine randen. Flanken bleek leigrijs met zwarte en witte verticale strepen; borst roze-grijs. Juveniel egaler en minder wijnrood dan adult.
Geluid. Een herhaald 'kuchuck kuchuck' en een snel 'kakelik'.
Voorkomen. Standvogel op Sardiniƫ, ingevoerd op Gibraltar.
Habitat. In verschillende biotopen, van kale, stenige hellingen tot open bossen. Over het algemeen in gebieden met struiken of niet te dicht bos.
Voedsel. Voornamelijk jonge bladeren, loten, zaden en vruchten.