Wetenschappelijke naam:
Rhodostethia rosea (MacGillivray, 1824)
Nederlandse naam:
Ross' Meeuw
Vogelgroep:
Meeuwen
Veldkenmerken. 29-31 cm. Kleine meeuw met lange vleugels, ronde kop, korte snavel en wigvormige staart. Adulten hebben roze onderdelen, brede witte achterrand op vleugel en grijze ondervleugel. Heeft in zomerkleed karakteristieke smalle zwarte nekband. 's Winters bleekgrijs op achterkop met langwerpige zwarte oogvlek. Juveniel lijkt op juveniele Dwergmeeuw, maar heeft witte driehoekige vlek op binnenste handpennen en anders gevormde staart.
Geluid. Meestal zwijgzaam, maar soms 'kwa' en bij alarm 'kik kik kik'.
Voorkomen. Broedt in Noordoost-Siberië en soms in Groenland en Noord-Canada. Zeldzaam op Spitsbergen. Overwintert op zee in arctische wateren.
Habitat. Arctische toendra totaan boreale taigazone.
Voedsel. Aan de oppervlakte levende ongewervelden en kleine visjes. In het broedgebied ook insecten.