Wetenschappelijke naam:
Hippolais pallida (Ehrenberg, 1833)
Nederlandse naam:
Vale Spotvogel
Vogelgroep:
Zangers
Veldkenmerken. 13 cm. Bleekbruine of grijzige zanger, slanker en kleiner dan Tuinfluiter en met langere snavel met gele in plaats van oranje basis; grijzer dan Kleine Karekiet, heeft vrijwel zwart oog en wit in buitenste staartpennen. Geen opvallende kenmerken. Kleine Spotvogel is kleiner, heeft kortere snavel en donkere punt aan ondersnavel en iets duidelijker wenkbrauwstreep. Wenkbrauwstreep wit, onduidelijk, vleugelvlek onduidelijk of afwezig. Wipt regelmatig met staart tijdens roepen of fourageren. Schuw, verschuilt zich in gebladerte. De oostelijke en westelijke vormen van Vale Spotvogel worden soms beschouwd als aparte soorten. De bovendelen van de oostelijke vorm elaeica zijn wat groener dan de meer bruinige westelijke vorm opaca; de laatste is bovendien iets groter. Recent onderzoek heeft aangetoond dat deze soort waarschijnlijk beter in het geslacht Acrocephalus geplaatst hoort te worden.
Geluid. Roep kort en onderdrukt 'tsjak' of tsjurr'. Zang gehaast en babbelend, lijkt op die van Kleine Karekiet, maar is vriendelijker.
Voorkomen. Zeldzaam en plaatselijk in westen, algemeen in oosten.
Habitat. Verscheidenheid aan halfopen biotopen met veel ondergroei en dicht struikgewas, zoals tuinen, boomgaarden, rivieroevers, etc.
Voedsel. Insecten en bessen. Fourageert in dichte vegetatie.