Wetenschappelijke naam:
Sylvia sarda Temminck, 1820
Nederlandse naam:
Sardijnse Grasmus
Vogelgroep:
Grasmussen
Veldkenmerken. 12,5 cm. Klein zangertje met lange staart. Kan alleen verward worden met Provençaalse Grasmus. Mannetje is donker loodgrijs op kop, bovendelen, keel en borst. Staart lang en donker met witte buitenste pennen. Vleugels wat bleker, bruinig. Buik grijswit. Poten, oogring en iris rood. Vrouwtje bleker. Juveniel bruin in plaats van grijs, lijkt sterk op juveniele Provençaalse Grasmus maar roep is anders en is donkerder: leigrijs van boven (Provençaalse Grasmus is meer bruin) en grijsbruin van onderen (Provençaalse Grasmus meer beige), met blekere keel en donkere teugel (juveniele Provençaalse Grasmus heeft bleke teugel). Vlucht laag en met rukjes, evenals Provençaalse Grasmus. Zit soms even bovenin een struik, met opgestoken en heen en weer zwaaiende staart.
Geluid. Roep 'drrrt' en 'tzik'. Zang lijkt op die van Provençaalse Grasmus, maar is korter en melodieuzer.
Voorkomen. Plaatselijk algemeen, gedeeltelijk standvogel.
Habitat. Droge open gebieden met dicht struikgewas, maar vaker in bomen dan Provençaalse Grasmus.
Voedsel. Voornamelijk ongewervelden, maar ook bessen.