Buteo rufinus

Wetenschappelijke naam:
Buteo rufinus (Cretzschmar, 1829)

Nederlandse naam:
Arendbuizerd

Vogelgroep:
Buizerden

Veldkenmerken. 50-65 cm, 126-155 cm. Moeilijk te onderscheiden van Buizerd, maar wat groter en zwaarder. Verenkleed even gevariƫerd als van Buizerd, van warm bruin met grote vlekken op roomwitte onderdelen tot (zeldzame) melanistische vorm met zeer donkerbruine onderdelen. Kop en staart gewoonlijk bleek, staart zonder duidelijke bandering. Onderdelen in vlucht meestal opvallend wit, behalve zwarte vleugelpunten, 'polsvlekken' en dijen. Juveniel niet te onderscheiden van jonge Buizerd, behalve door lange vleugels en formaat; staart licht maar dicht gestreept.

Geluid. Roep kort en miauwend.

Voorkomen. Zeldzame zomergast in zuidoost Europa.

Habitat. Droge gebieden zoals halfsteppen, steppen en woestijnen; nestelt gewoonlijk rotsranden etc.

Voedsel. Zoekt prooi tijdens zweefvlucht, vanaf zitplaats of vanaf de grond. Eet voornamelijk kleine zoogdieren, reptielen en grote insecten; soms kleine tot middelgrote vogels.

Ei. Soms zonder tekening, anders met gevariƫerde tekening, soms rijkelijk. Basiskleur vuilwit met groene tint, tekening grijs, bruin en/of paars. Schaal fijnkorrelig, niet glanzend. Vorm subelliptisch/kort subelliptisch. Formaat 60 x 47 mm (54-66 x 44-50), gewicht 73 g.

%LABEL% (%SOURCE%)