Cisticola juncidis

Wetenschappelijke naam:
Cisticola juncidis (Rafinesque, 1810)

Nederlandse naam:
Graszanger

Vogelgroep:
Struikzangers

Veldkenmerken. 10 cm. Bovendelen geelbruin met zwarte streping op kop en rug, vleugels met zwarte vlekken en strepen. Stuit roodbruin, staart kort en afgerond, met zwarte en witte vlekken op onderzijde. Keel en buik wit, onderdelen grijswit met roodbruine flanken. Gemakkelijk te herkennen door klein formaat in combinatie met korte afgeronde staart en gedrag. Moeilijk waar te nemen, behalve in zangvlucht. Beweegt en wipt voortdurend met staart en vleugels.

Geluid. Roep 'tzik' en 'plit', soms ratelende roep. Zang, in kenmerkende zangvlucht, een monotone herhaling van 'sip sip sip'. Vliegt op met snorrende vleugels en stopt vleugelslag plotseling, een 'sip' gevend op hoogste punt, valt en stijgt weer, etc. Tijdens stijgend gedeelte is staart gespreid, waardoor zwartwitte tekening op onderstaart opvalt.

Voorkomen. Algemene standvogel. In strenge winters wordt verspreiding sterk gereduceerd.

Habitat. Allerlei soorten lage grassige vegetatie, vaak nabij water en in moerasgebieden, maar ook op droge velden.

Voedsel. Kleine insecten, mogelijk zaden.

%LABEL% (%SOURCE%)