Lanius nubicus

Wetenschappelijke naam:
Lanius nubicus Lichtenstein, 1823

Nederlandse naam:
Maskerklauwier

Vogelgroep:
Klauwieren

Veldkenmerken. 17 cm. Formaat gelijk aan Roodkopklauwier maar heeft langere staart. Bovendelen hoofdzakelijk zwart met witte schouderveren. Wit op voorhoofd tot achter oog, zwart masker. Witte vlekken op handpennen en witte staartzijden. Onderdelen wit, flanken met oranje waas. Vrouwtje lijkt op mannetje maar is bleker op kop en flanken. Snavel kleiner dan die van andere klauwieren. Juveniel lijkt op juveniele Roodkopklauwier, met sterk gebandeerd op bovendelen en flanken en zonder zwart op bovendelen. Gedrag minder opvallend dan van andere klauwieren; zit meestal laag in struik of boom in plaats van in de top.

Geluid. Roep rauw 'krrr'. Zang lang gebabbel van krassende tonen.

Voorkomen. Plaatselijk vrij talrijke zomergast in zuidoostelijk deel van gebied.

Habitat. Open bossige en gecultiveerde gebieden, maar met meer bomen en struiken dan Kleine Klapekster en Klapekster.

Voedsel. Voornamelijk insecten, die vanuit zitplaats worden gevangen.

%LABEL% (%SOURCE%)