Wetenschappelijke naam:
Oceanites oceanicus (Kuhl, 1820)
Nederlandse naam:
Wilsons Stormvogeltje
Vogelgroep:
Stormvogeltjes
Veldkenmerken. 15-19 cm, spanwijdte 38-42 cm. Iets groter dan Stormvogeltje. Eveneens zwart met witte stuit, maar Wilsons Stormvogeltje heeft langere poten die duidelijk voorbij de staart uitsteken, bleke band over armpendekveren en egaal donkere ondervleugel (soms vage band zichtbaar). Vorm van witte stuit verschilt van Stormvogeltje. Afgeronde vleugels worden rechter gehouden dan Stormvogeltje. Vlucht krachtiger en rechtlijnig, serie van vleugelslagen afgewisseld met korte glijvlucht (als Boerenzwaluw). Bij fourageren worden vleugels in diepere V gehouden dan Stormvogeltje. Volgt ook schepen.
Geluid. Op zee zwijgzaam.
Voorkomen. Broedt op rotsige eilanden in Antarctische oceanen. In nazomer regelmatig in Europese wateren.
Habitat. Pelagisch, als andere stormvogeltjes.
Voedsel. Kreeftachtigen en afval van visserijschepen.
Ei. Afmetingen 32 x 23 mm (29-36 x 22-24), gewicht 9 g.