Marmaronetta angustirostris

Wetenschappelijke naam:
Marmaronetta angustirostris (Menetries, 1832)

Nederlandse naam:
Marmereend

Vogelgroep:
Grondeleenden

Veldkenmerken. 39-42 cm. Iets groter dan Wintertaling, met langere nek en grotere kop. Bleekbruin verenkleed overdekt met roomkleurige vlekken. Brede donkere streep vanaf oog tot achterhoofd; verlengde veren op achterhoofd vormen een slordige kuif; geen kleurige spiegel. Snavel zwartachtig met bleke dwarsstreep nabij punt. Poten groenbruin. Lijkt op afstand uniform bleek grijsbruin met donkere oogvlek. Geen eclipskleed. Geslachten gelijk.

Geluid. Meestal zwijgzaam; mannetje een laag, nasaal 'ieiep'; vrouwtje heeft geen luide kwaakgekuiden.

Voorkomen. Zeldzame zomergast.

Habitat. Moerassen, kleine zoetwaterplassen, ondergelopen land, meren met dichte oevervegetatie.

Voedsel. Fourageert meestal door grondelen in ondiep water. Eet zaden, wortelstokken en loten van waterplanten; ook wormen, mollusken, insecten en hun larven.

Ei. Zonder tekening, basiskleur bleekgeel. Vorm Subelliptisch. Formaat 46 x 34 mm (42-51 x 32-30), gewicht (in gevangenschap) 30 g (26-35).

%LABEL% (%SOURCE%)