Lanius minor

Wetenschappelijke naam:
Lanius minor J. F. Gmelin, 1788

Nederlandse naam:
Kleine Klapekster

Vogelgroep:
Klauwieren

Veldkenmerken. 20 cm. Lijkt op Klapekster, met name op Steppeklapekster, in kleur en bouw. Bovendelen grijs, zwart masker, zwarte slagpennen en staart, witte vleugelstreep en staartzijden. Kin en keel wit, borst en buik roze. Verschilt van Steppeklapekster en Klapekster door kleinere formaat, groter zwart masker, dat op voorhoofd doorloopt, minder wit in vleugel en op schouderpartij, geen witte wenkbrauwstreep, langere vleugels (handpenprojectie 1 tot 1_ keer lengte van tertials) en hogere, zwaardere snavel. Zit vaak rechter op. Geslachten gelijk, hoewel vrouwtje iets minder zwart op voorhoofd heeft. Juveniel gestreept, lijkt op juveniele Klapekster en Steppeklapekster, mist uitgebreide zwarte masker van adult. Gedrag als van andere klauwieren, maar minder agressief dan Klapekster. Wordt vaak langs wegen op electriciteitsdraden gezien.

Geluid. Roep 'sjek' en 'krèkrèkrè'. Zang babbelend, met krassende en heldere tonen.

Voorkomen. Vrij talrijke zomergast.

Habitat. Open bosgebied en open gebieden met verspreide struiken en dichte bosjes.

Voedsel. Grote insecten en kleine gewervelden; vangt prooi vanaf zitplaats. Meer insectivoor dan Klapekster. Eet soms vruchten.

%LABEL% (%SOURCE%)