Wetenschappelijke naam:
Tadorna ferruginea (Pallas, 1764)
Nederlandse naam:
Casarca
Vogelgroep:
Grondeleenden
Veldkenmerken. 61-67 cm. Gansachtige eend met geheel oranjebruin verenkleed, met blekere kop, zwarte handpennen en staart, metaalgroene spiegel, witte vleugeldekveren alleen opvallend in vlucht. Mannetje met smalle zwarte halsband, kop van vrouwtje bleker, bijna wit, verenkleed meer kastanjebruin en geen halsband. Juveniel als vrouwtje maar minder helder en met donkerder en bruinere rug.
Geluid. Vrij luidruchtig, met luide trompetterende en schreeuwende geluiden, 'ah-onk'.
Voorkomen. Broedt in klein aantal in Griekenland, Bulgarije, Roemeniƫ en Turkije.
Habitat. Verschillende binnenlandse biotopen: grote meren, rivieren, zoute lagunes, moerassen etc. 's Winters in zelfde biotoop; veel minder aan zee dan Bergeend.
Voedsel. Fourageert in groepen, hoofdzakelijk op plantaardig materiaal, maar is omnivoor: jonge loten, zaden, garnaaltjes, insecten, vis, kikkers, wormen.
Ei. Zonder tekening, basiskleur wit. Schaal glad, licht glanzend. Vorm subelliptisch/elliptisch. Formaat 68 x 47 mm (62-72 x 45-50), gewicht 83 g (69-99).