Larus hyperboreus

Wetenschappelijke naam:
Larus hyperboreus Gunnerus, 1767

Nederlandse naam:
Grote Burgemeester

Vogelgroep:
Meeuwen

Veldkenmerken. 62-68 cm. Lijkt sterk op Kleine Burgemeester, maar adult te onderscheiden door gele oogring, langere en forsere snavel, groter formaat en vleugels die in zit niet voorbij staart steken. Adult in broedkleed wit behalve bleek blauwgrijze rug en vleugels; vleugelpunten wit. Snavel donkergeel met rode vlek op gonys, poten bleek roze. Adult in winterkleed met kop, keel, nek, mantel en borst bleek grijsbruin gestreept. Juveniel licht roomkleurig, geheel gestreept met bleek vaalbruin; snavel roze met duidelijk afgetekende zwarte punt (in tegenstelling tot snavel van juveniele Kleine Burgemeester); verenkleed meestal lichter dan van Kleine Burgemeester. Vaak in groepen, maar ook vaak alleen. Vlucht als van andere grote meeuwen. Veel agressiever dan Kleine Burgemeester.

Geluid. Over het algemeen gelijk aan dat van Zilvermeeuw, maar iets scheller en schorrer; meestal zwijgzaam.

Voorkomen. Vrij zeldzame broedvogel in het noorden van het gebied; komt buiten de broedtijd regelmatig voor in Scandinaviƫ en de Britse Eilanden, tijdens strenge winters ook zuidelijker.

Habitat. Broedt op steile kliffen (vaak samen met Drieteenmeeuw en Kleine Burgemeester) en rotsige kusteilanden.

Voedsel. Voornamelijk dierlijk, levend gevangen of aas; ook menselijk afval en wat plantaardig materiaal zoals zeewier en bessen.

%LABEL% (%SOURCE%)