Elanus caeruleus

Wetenschappelijke naam:
Elanus caeruleus (Desfontaines, 1789)

Nederlandse naam:
Grijze Wouw

Vogelgroep:
Wouw

Veldkenmerken. 31-35 cm, spanwijdte 75-83 cm. Een kleine roofvogel, even groot als Torenvalk, maar gedrongener, met lange vleugels en vrij korte, gevorkte staart die in zit vaak opgewipt wordt. Kop witachtig, bovendelen bleek blauwgrijs, zwarte schouders en witte staart. Bovenzijde handpennen grijs, onderzijde zwart, een grote zwarte vlek op ondervleugel vormend. Oog donkerrood, snavel zwart, washuid geel. Juveniel met grijsbruine bovendelen, witachtige onderdelen met bruine streping, en donkergrijze bovenvleugel. Meestal 'biddend' waargenomen of zittend op een paal of dode boom.

Geluid. In de broedtijd zwakke, fluitende geluiden.

Voorkomen. Zeldzame standvogel in Portugal en Spanje.

Habitat. Open vlakten, randen van rivierbossen, savanne, halfwoestijnen, droge steppe.

Voedsel. Jaagt tijdens lichte zweefvlucht of door te 'bidden' en zich op prooi te laten vallen. Neemt kleine zoogdieren, reptielen, vogels en insecten.

Ei. Zwaar getekend, met grote variatie in hoeveelheid en plaats van tekening, soms geconcentreerd in een band of een kap aan stompe eind. Basiskleur gelig wit/romig geelbruin. Kleur van tekening roodbruin/bruinrood/paars/donkerbruin. Schaal fijn korrelig, niet glanzend. Vorm kort subelliptisch. Formaat 39 x 31 mm (35-53 x 29-33), gewicht 21 g.

%LABEL% (%SOURCE%)